VANAF €60,- GRATIS VERZENDING naar een pickuppoint binnen Nederland (jep, vet lief van ons)

Provos met een witte fiets. Beeld Still uit de Vara-film Rebelse stad Provo in Amsterdam
Catinka Kersten

Catinka Kersten

Hoe Nederland een fietsland werd

En hoe dat helemaal niet zo vanzelfsprekend is als je misschien wel zou denken

Is er iets Nederlandser dan een fietser in regenjas, peuter voorop, kleuter achterop en een week boodschappen over een rood fietspad te zien zoeven? Je eigen fiets kunnen spotten tussen al die honderden fietsen naast het treinstation. Een hele inboedel van een studentenkamer kunnen verhuizen met twee fietsen en een goede vriend. Een uur met je beste vriendin achterop omdat haar band plat was en je toch naar het schoolfeest wilde samen. Een dagje toeren door de tulpenvelden. Of gewoon elke dag naar werk, zoals de premier op de fiets.

Merel en Johnny op een van hun meerdaagse fietstochten
Onze Merel en haar Johnny op een van hun meerdaagse fietstochten

Ik hou van mijn fiets. Op mijn fiets ben ik sneller, wendbaarder, effectiever. Mijn fiets is een verlengstuk van mijn lichaam. Kom niet aan mijn fiets, want dan kom je aan mij. En dit is het geval voor zeker 14 miljoen fietsende Nederlanders. Fietsen zit in ons bloed, het is onze CULTUUR en dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven.

Toch?

Nee! Nederland fietsland is helemaal niet zo vanzelfsprekend als je misschien wel zou denken. Ik zou zelfs zo ver willen gaan als te zeggen dat fietsen helemaal niet Nederlandse cultuur is, maar Nederlands beleid.

Het klopt dat Nederland bijzonder geschikt is om te befietsen; geen berg in zicht en het weer is het hele jaar door bijzonder mild. Als je denkt dat onze vele regenbuitjes vervelend zijn, bedenk je dan dat in Texas je fietsbanden aan het asfalt zouden smelten en dat in het noorden van Scandinavië zoveel sneeuw valt dat je je fiets zelfs niet meer terug zou vinden als hij zo’n vlaggetje achterop had.

Toen het vrouwen begin 1900 werd toegestaan om te fietsen werd het al snel dé manier om overal te komen voor een grote groep Nederlanders. Eind jaren ‘30 waren er ongeveer 4 miljoen fietsen in Nederland; op een bevolking van nog geen 9 miljoen was dat een hoop! Toen er in juli 1942 door de Duitse bezetters 100.000 fietsen geconfisqueerd werden, schreef een Duitse Wehrmacht-commandant in zijn maandrapport; “Een buitengewoon schadelijke actie. Het ergste wat een Nederlander kan treffen, is dat hij zijn fiets kwijtraakt.”
Ook vlak na de oorlog was door armoede tijdens de wederopbouw en brandstoftekorten de fiets een belangrijk vervoersmiddel, maar het is belangrijk om je te realiseren dat dit grotendeels noodzaak was. De fiets was betaalbaar en daarom populair. Zodra vanaf de jaren ‘50 de auto een optie werd, verdween de fiets in de schuur en vooral de grote steden liepen he-le-maal vast met autoverkeer.

Kruising Amstelveenseweg & Zeilstraat in de jaren 70 - foto jeroen apers
Kruising Amstelveenseweg & Zeilstraat in de jaren 70 – foto jeroen apers

Wereldwijd werd op al die vierwielers gereageerd door de infrastructuur aan te passen aan de auto. Ook Nederland deed daar vrolijk aan mee. Er kwam zelfs een Amerikaanse verkeersplanner die Den Haag en Amsterdam zou ombouwen tot een autoparadijs. De Singelgracht in Amsterdam zou gedempt worden en een zesbaansweg worden. Ook De Pijp en Kinkerbuurt zouden platgegooid worden om ruimte te maken voor een gigantisch verkeersplein.
Gelukkig was dit allemaal wat extreem voor de conservatieve Haagse en Amsterdamse elite die het aanzicht van hun steden beschermden en ervoor zorgden dat deze plannen grotendeels niet door zijn gegaan. Evengoed werd de auto steeds populairder en zonder een helder verkeersbeleid werden ze een steeds groter probleem.

22 maart 1987, verkeerschaos op het Amsterdamse Damrak naar aanleiding van een staking bij het openbaar vervoer.
22 maart 1987, verkeerschaos op het Amsterdamse Damrak naar aanleiding van een staking bij het openbaar vervoer. Foto: blog Jeroen Apers

Maar hoe kwam de fiets dan terug? Protest! We waren misschien geen fietsland meer, maar in de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 waren we een trotse natie van Anarchisten, Krakers, Hippies en andere idealisten. De Provo’s waren in Amsterdam de eersten die zich organiseerden tegen de auto en voor de fiets. Ze wilden de auto weren uit de stad en de fiets werd hét symbool van deze strijd. Zij waren ook de eerste die een deelfietssysteem creëerden, Het Wittefietsenplan. De iconische witte fietsen werden overal in de stad neergezet voor gemeenschappelijk gebruik. 

Provos met een witte fiets. Beeld Still uit de Vara-film Rebelse stad Provo in Amsterdam
Provo’s met een witte fiets. Beeld Still uit de Vara-film: ‘Rebelse stad Provo in Amsterdam’

Ondanks de protesten waren er in 1970 vier keer zo veel auto’s in Nederland als tien jaar eerder. Het gevolg van deze verkeersdrukte was dat er elk jaar 3.000 mensen omkwamen in het verkeer (context: in 2021 stierven er 582 mensen in het verkeer) en een groot deel van deze doden waren kinderen. Dit was niet alleen in Nederland het geval, maar het verschil was dat Nederland een protestland was en wij pikten het niet.

De ouders van overleden kinderen spraken zich in de media uit tegen hoe onveilig Nederland was geworden en organiseerden zich uiteindelijk in een protestbeweging die zich Stop De Kindermoord noemden. Ze organiseerden zich, blokkeerden wegen, en marcheerden met kindertekeningen van verkeersongelukken.

Stop De Kindermoord protest met een straatorgel voor het huis van premier Joop den Uyl. Uit de documentaire: How the Dutch got their cycle paths.
Stop De Kindermoord protest met een straatorgel voor het huis van premier Joop den Uyl. Uit de documentaire: How the Dutch got their cycle paths.
Stop De Kindermoord Protest voor het Rijksmuseum midden jaren '70. Still uit de documentaire: How the Dutch got their cycle paths.
Stop De Kindermoord Protest voor het Rijksmuseum midden jaren ’70. Still uit de documentaire: How the Dutch got their cycle paths.

Uiteindelijk was het een kostenberekening die de druppel was voor de politiek. In 1972 werd berekend dat het miljarden zou kosten om Nederland aan de auto aan te passen en geld besparen kon op dat moment elke politieke partij zich in vinden. Daarbovenop kwam in 1973 de oliecrisis en ineens was elke politieke partij het eens dat ze energie gingen steken in alternatieven voor de auto.

Een hele belangrijke speler in die jaren was de Fietsbond. In de jaren 80 hebben zij overal in Nederland onveilige situaties geïdentificeerd en gemeentes gedwongen deze te verbeteren. Uiteindelijk stelden ze een handboek samen dat nog steeds door stedenplanners wordt gebruikt om nieuwe gebieden fietsvriendelijk te maken.

Het is nu bijna 60 jaar na de witte fietsen van de Provo’s gemakkelijk om te denken dat Nederland zo’n prachtige fietsinfrastructuur heeft omdat fietsen nu eenmaal zo belangrijk is voor ons, maar het is precies andersom. Wij pakken zo snel de fiets, omdat de fiets vaak de makkelijkste manier is om ergens te komen. Dit is zo voor ons ontworpen.

Als ik met mijn handen in het haar zit te kijken naar het politieke geharrewar en het vermoeden krijg dat ze nooit meer positieve verandering voor elkaar gaan krijgen, dan probeer ik me actief te realiseren dat het wél kan. Een paar decennia van consequent beleid, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, met als grootste doel leefbaarheid heeft al eens eerder gewerkt en het is prachtig.

Er is wel een grote maar; De Provo’s zijn al jaren met pensioen, de andere groepen zijn opgegaan in andere groepen en uiteindelijk verdwenen. Dat is extra jammer omdat we er eigenlijk nog niet zijn. De steden zijn nog steeds niet autoluw, en de laatste 20 jaar gaat er steeds meer overheidsgeld naar infrastructuur voor de auto en steeds minder naar alternatief (duurzamer) vervoer. Dit maakt het heel belangrijk dat we onze fietscultuur niet voor lief te nemen als iets dat op onverklaarbare en onvermijdelijke wijze onderdeel is van onze cultuur. Het is ontworpen en gebouwd, dus het kan ook weer in verval raken.

Vergeet niet dat Nederland niet alleen een fietsland is, maar ook een van mensen die niet bang zijn om zich uit te spreken voor wat belangrijk is.

Dus wat is er Nederlandser dan een fiets?

Een fiets met een spandoek.

 

Podcast luistertip:

De fijnste podcast ter wereld, 99% invisible maakte een fantastische aflevering over Nederland en haar fietsen.

 

Bronnen:
– Fietserbond – Britse Fietsimmigrant: Nederlanders zijn onwetend over wat er is bereikt.
– Is Geschiedenis – Hoe Nederland hét fietsland van de wereld werd.
– Ontwikkeling van het fietsbeleid en –gebruik in Nederland.
– Beeldmateriaal o.a gevonden op Imgur
– 99% invisible – De Fiets is Niets
– The Dutch Bicycle Master Plan 1999
– Milieudefensie – Geeft Nederland meer geld uit aan schoon of vervuilend verkeer
– Het onderzoek van Milieudefensie over schoon vervoer in Nederland.
– Documentaire: ‘How the Dutch got their cycle paths op Youtube

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *